2. Op het Deense Wad: Farvel Fanø

Ik verlaat het meest noordelijke Deense Waddeneiland Fanø en vervolg mijn reis met een tussenstop om de Vikingen te leren kennen

Meerdere mensen hebben hetzelfde idee als ik na de koffie de overtocht van Fanø naar Esjberg wil maken. Een heuse rij auto’s wacht stationair in Nordby Havn op de veerdienst waar zo’n 25 auto’s op kunnen. Als nummer 28 heb ik het nakijken, gelukkig arriveert over twintig minuten de volgende boot. Het is hoog water, er staat een stevige wind en dus zijn de zes vaste bewoners van de zandplaat tegenover de ijstent kopje onder. Na drie dagen verlaat ik Fanø om morgen mijn tweede Deense waddendoel te bereiken: het kleinste eiland van de drie bewoonde Deense Waddeneilanden: Mandø.

Ribe

Ik bouw een intermezzo van 24 uur in om op dertig kilometer afstand van Esjberg de oudste stad van Denemarken te bezoeken. In Ribe kun je je een beetje voorstellen hoe het leven er zo’n 1000 jaren geleden uitzag. De straten zijn hobbelig door de kasseien, de middeleeuwse huizen met vakwerk hangen er wat scheef bij en de Romaanse kathedraal uit de 12e eeuw imponeert als gebouw nog steeds. De vergelijking met het Drentse monumentendorp Orvelte gaat hier niet op want het historische decor van Ribe wordt wel afgewisseld met modezaken en hun aanbiedingen in de zomeruitverkoop, ijstentjes, souvenirshops en pizzeria’s.

Vikingen

Eerlijk gezegd kom ik vooral voor de Vikingen die hier bij Ribe vanaf ongeveer 700 zo’n driehonderd jaar lang hebben gewerkt en gewoond als boer, als koopman of als ambachtsman en zijn uitgevaren op ontdekkings- en rooftocht als piraten door grote delen van Europa .Vlak buiten de stad Ribe is een Vikingnederzetting nagebouwd in het RibeVikingecenter, een groot complex met boerderijen en levende have, werkplaatsen van smeden en houtbewerkers, een kerk en een haventje met de kenmerkende ranke, ondiepe zeil-, annex roeiboten van zo’n 20 tot maximaal 30 meter waarmee ze op rooftocht gingen.

In Ribe laten ze je door de boerderijen, huizen, werkplaatsen, door voorwerpen en door acteurs (‘reacting’) beleven hoe het leven pak hem beet tussen de 8e tot en met de 11e eeuw waarschijnlijk geweest is. De Vikingen of Noormannen kwamen voor in Zuid-NoorwegenDenemarken en Zweden. Met de term Vikingen wordt een deel van de Noormannen bedoeld, namelijk de piraten, de zeerovers. De gewone Noormannen waren boeren in Noorwegen, Zweden, Denemarken en IJsland. De huidige Denen, Zweden, Noren en IJslanders zijn grotendeels directe nakomelingen van de Noormannen. Waar wij hier in dit openluchtmuseum naar kijken zijn dus eigenlijke Deense Noormannen, maar zo’n genuanceerde aanduiding werkt marketingtechnisch natuurlijk lang niet zo goed als Vikingecenter.

Wadden

Als een valkenier met drie verschillende valken laat zien hoe snel en slim deze roofvogels voor de jacht  en de sport zijn, dan bespeur ik bij mezelf een romantisch verlangen naar een overzichtelijke èn een avontuurlijke tijd.

Kijkend en pratend met de medewerkers moet ik echter toch wel een paar vooroordelen in de Waddenzee dumpen. Zo blijken de Noormannen  helemaal geen viespeuken maar ijdele wezens te zijn geweest gezien de vondst van vele kammen en nagelmesjes. Op hun helmen hebben ook nooit vleugels of hoorns gezeten. ‘t Is maar dat je het weet. Maar wat ze wel hebben gedaan is ons vroege vaderland onveilig maken. Begin 800 veroverden en plunderden ze de Friese eilanden. In zijn veel geprezen boek De Wadden besteedt Mathijs Deen hier indrukwekkende pagina’s aan.

Ik trakteer me na zoveel wetenswaardigheden op een Deens biertje en een heerlijke Deense maaltijd bij het pittoreske haventje.

‘s Avonds probeer ik tevergeefs mijn rust te pakken in het DanHostel als puberale scholieren ver na bedtijd overmoedig roepend en schreeuwend over de etages stuiteren. Ik denk aan mijn eerste werkweek als jonge docent met 4 Havo in Balk en de geringe hoeveelheid slaap. Die arme Deense docenten vannacht. Ik leef met ze mee. Als gepensioneerde, dat dan wel.

Reacties
Alle reacties
Reacties