Ik verlaat Mandø zoals ik er kwam: door het water, over een dijk vol stenen en kuilen. Een unieke poort tot een mini- samenlevinkje. Een dijk van een weg, de Ebbevejen, die je afhankelijkheid van het weer, de wind, het zonnestelsel, de natuur dus, gedurende 6 kilometer met maximaal 25 kilometer per uur onderstreept. Er zijn momenten in het jaar dat het eiland onbereikbaar is. Of de wal.
In 1900 woonden er driehonderd mensen, vijftig jaar geleden circa veertig en nu nog 29 mensen die er wonen en werken. Geen kind aan huis. Voor de jeugd is hier geen toekomst. Naast de vaste bewoners zijn er ook parttime- eilanders: mensen die vanwege werk en vanwege de kinderen door de week op de wal zijn en in het weekend naar hun echte huis, vaak het ouderlijke, terugkeren. Zij zullen over een jaar of tien hier voorgoed en permanent blijven als ze met pensioen kunnen en de kinderen uitgestudeerd en zelfstandig zijn.
Ik ontmoette ook nog een ander type parttime eilanders, zij die een groot deel van het jaar op het eiland werken en ’s winters naar de wal gaan. “Het is hier dan veel te donker,” zei de vrouw van de zeehondenexcursies. Ik ontdekte nog een derde categorie.
Hakhout
Om de hoek lag een meters hoge hoeveelheid gehalveerde bomen in een tuin die zo te zien wat aandacht tekort kwam. Een forse man was boomstammen aan het hakken voor zijn wintervoorraad. Gas komt hier niet op het eiland. Voor verwarming kun je kiezen uit hout of elektriciteit. Zijn keuze was duidelijk. Stevig zwetend van het hakken, vertelde hij dat hij elke dag de dijk overgaat omdat er voor hem als vrachtwagenchauffeur geen werk op het eiland is. Zo’n twintig keer per jaar moet hij vanwege ongunstige tij-tijden aan de walkant blijven. ‘Liever vandaag nog dan morgen’, zei hij met een wat aangedane sten, zou hij op zijn eiland werk willen hebben.
Toerisme
Als de economie zich zo verder ontwikkelt in dit deel van de wereld, dan zal het aantal vaste inwoners wellicht weer wat meer kunnen worden. Een trend is wel zichtbaar: het aantal bedden en dus overnachtingen is de laatste jaren spectaculair gestegen. Er komen 200.000 bezoekers per jaar. Vier jaar geleden telden ze er nog 120.00. Als het aan de Mandøbussen/Traktorbus– onderneming ligt, gaat dat aantal nog verder omhoog, al of niet vervoerd door hoog water. De zeehondenexcursies naar de zandplaat Koresand vinden in het hoogseizoen twee keer per dag plaats. De onderneming MandøEvents biedt oesterzoektochten aan, met champagne wel te verstaan. Mijn gastvrouw heeft een bedrijfje opgezet voor de productie en verkoop van eilanderzeep, Mandøsǣbens.
Invasie
De babyboomgeneratie komt er aan met miljoenen: in aantal personen en in te besteden hoeveelheden consumptiegeld. Nog even en de Deense kronen klotsen ook hier over de plinten van het moeilijk bereikbare paradijsje. Als je in het sprookje van een van de laatste onontdekte ‘pareltjes’ van de Waddenzee wilt blijven geloven, doe dan net als ik: ga buiten het hoogseizoen. Het was hier aangenaam rustig in september.