Het eiland Rømø is in een kleine dag goed te befietsen. Je kunt het voor de hand liggende fietspad naast de hoofdweg nemen van het noorden bij Juvre tot aan Havneby in het zuiden. Je bent dan met een afstand van 18 km zonder omwegen in de enige havenplaats van het eiland. Wil je echt bijzondere delen van het eiland zien, dan kun je beter van de gebaande wegen afstappen, je auto laten staan en een goede fiets pakken inclusief een rugzakje met een bidon , een stapeltje koolhydraten en een paar Deense kronen voor de verleidingen die je onderweg tegenkomt in de vorm van gebak, ijs en vis. Vanzelfsprekend kun je de onderstaande route over meerdere dagen spreiden.
De Panoramaroute 402 is overal duidelijk aangegeven met blauwe bordjes. Een kaart in je fietstas is wel lekker voor het geval je een groter overzicht wilt en ook om te zien hoe ver je bent gevorderd op deze expeditie. Ik start in het noorden vanuit Bolilmark, een bosrijk park waar ik logeer in een klassiek Deens vakantiehuis: rood van buiten, geel van binnen. Hout en nog eens hout, van binnen en van buiten. Ikea is overal.
Al snel verlaat ik de verharde weg en fiets ik over een zandpad tussen de grazende koeien met uitzicht op de Noordzee en een concentratie caravans en -het wordt bijna saai- rode, rode en rode vakantiehuizen. Hoe zal ik de rode kleur omschrijven: vuursteenrood, donkerrood, wijnrood? Ik kies voor ossenbloedrood.
Aan opschriften op de oude huizen zie je dat de echte ontwikkeling van het eiland honderd jaar geleden begon. Eind 19e eeuw begint de badplaats Lakolk vorm te krijgen. Nu moeten we het doen met standaard modewinkels, cadeaushops, horeca, vakantieverblijven en een 500 meter breed strand om met een auto of motor op te rijden. De toeristen vermaken zich hier onder meer met blok karten, vliegeren, surfen, rijden op een Segway en picknicken vlakbij hun auto.
Ik neem een slok water en peddel verder naar het zuiden, met rechts de Noordzee, te midden van eerst nog een hotel, appartementen en vakantiehuizen en heel veel Duitse auto’s op de oprit. De bewoonde vakantiewereld verandert na een paar kilometer in een open ruimte met heide en bos. Ik las over de aanwezigheid van cranberry’s en bessen. Even later word ik weer beloond met een afwisselend landschap van bos, duinen en kleine meertjes. Ik fiets in Sønderland, midden september en de herfst zal schitterend worden als je de hoeveelheid paddenstoelen nu al ziet.
Na de drukte van het beroemde strand is dit deel van Rømø een oase van rust. Het terrein kent wandel-, paarden- en fietspaden die van meerdere kanten te bereiken zijn, ook met de auto. Na dik een half uur fietsen door dit rustieke gebied kom je bij het einde van het eiland en bij de havenstad Havneby. Een groter contrast met wat je net fietsend of wandelend hebt ervaren, is bijna niet voor te stellen. Strakke huizen, sommige in de vorm van een blokkendozen en een ultramodern winkelcentrum zijn hier de laatste jaren op een paar honderd meter van de Waddenzee uit de grond gestampt met weinig gevoel voor het unieke natuurgebied.
Ik kijk naar de boot richting het Duitse eiland Sylt, neem een gebakken visje en drink mijn bidon half leeg. Mijn stemming wordt beter na het zien van de foto’s die in de open lucht zijn tentoongesteld over het eilander leven vroeger en nu.
Ik fiets terug naar het noorden. Nu wel langs de hoofdweg waar ik nog getrakteerd word op een paar juweeltjes van authenticiteit. Ik stap af voor de reddingsbootsschuur en de witte kerk die de naam draagt van St.Clemens, de beschermheilige van de scheepvaarders van weleer.
Ik heb zelden zo’n bijzondere kerk gezien vanwege het houten interieur, de bloemen bij de banken, de Deeense vlaggen en de modelschepen die aan het plafond hangen. De kapiteins van de walvisvaart en de koopvaardij (de kommandøre) uit de 17e en 18e eeuw uiten met de gift van een modelschip hun dank voor de behouden vaarten. Op Schiermonnikoog, Ameland, Vlieland en Terschelling kun je nog menig commandeurswoning zien. De connectie van Rømø met Nederland is groter dan ik kon vermoeden. Ik kom er op terug.
Ook de begraafplaats die bij de kerk hoort, maakt indruk door de manier waarop hier de doden worden herdacht en hun graven worden bijgehouden met bloemen en andere versieringen. Memento mori. Ik steek in deze intieme kerk een kaarsje op.
Als ik zou willen zou ik verderop mijn informatieve hart verder kunnen ophalen bij de nationale natuurbeschermers van de Waddenzee, maar ik vind het zo wel even goed.
De wind trekt aan vanuit het westen en ik fiets stevig door en zie rechts in de Waddenzee de dam naar het vasteland. Het kunstwerk ligt op 6 meter hoogte boven de zee en is 9,2 km lang. De bouw startte in 1939 als werkgelegenheidsproject in de crisistijd en werd eindelijk tien jaar later afgerond.
Ik zit in de laatste etappe van mijn Panoramatoer op weg naar de oudste school van het eiland en de Kommandørgården vlakbij Juvre.