Een terugblik op de week van Karin Lodder en Oscar Kolb als vrijwillige vogelwachters in de Boschplaatbarak van Staatsbosbeheer
Maandag is het wisseldag op de Boschplaat bij paal 22.4. Ons vogelwachtersduo van de afgelopen week maakt plaats voor een vers duo. De zuidwestenwind raast met bijna 60 kilometer per uur naar Karin en Oscar in de keet. Niet echt aantrekkelijk voor de sterveling die van oost naar west moet lopen of fietsen. Zondag is dus echt rustdag. Het lijkt het scheppingsverhaal wel. Tijd voor een terugblik. Over beleving, over indrukken en daar woorden voor vinden. Of beelden. Mijn levensmotto: waarom makkelijk als het moeilijk kan. Karin, Oscar en ik doen een poging.
Het potje
Als kind nam ik vroeger schelpen en krabbetjes van het strand in een rood emmertje mee naar ons houten waddenvakantiehuis. Aan het einde van de schier eindeloze vakantie deed mijn moeder mijn kostbare verzameling in een leeg en schoongemaakt aardbeienjampotje met deksel. Mijn trofee ging mee naar de grote stad waar ik mijlen ver verwijderd was van mijn paradijsje. De schelpen verloren hun glans na een paar dagen. Volgens mijn grote broer meurde het in mijn slaapkamer. Het potje was opeens verdwenen. Mijn moeder wist van niks.
Zwart wit
Als jonge volwassene nam ik met een kleinbeeldcamera op het eiland 24 en soms 36 foto’s van mijn vrouw en van zandkorrels, duinen, kwelders en vooral wolken in alle vormen en kleuren. Bij thuiskomst ging je nieuwsgierig naar de fotowinkel en kwam je in een zekere staat van opwinding thuis met de afdrukken in zwart wit. Mijn lief was niet zo onder de indruk van mijn artistieke pogingen. Het leek of de glans en de kracht van mijn beelden eraf waren afgehaald tussen het eiland en de fotozaak. Stilletjes gaf ik haar gelijk.
Woorden
Hoe krijg je in hemelsnaam de beelden van je eigen indrukken van de Wadden getekend, geschilderd, gefotografeerd of onder woorden. A hell of a job. Remco Campert beschreef in 1995 dat gestuntel wel treffend:
Gemompel
Hoe duidelijker ik ‘t wil zeggen
hoe slechter ik uit mijn woorden kom
dit lijkt me een typisch verschijnsel
van het een of ander.
Verlaten
Een week op een van mensen en van de bewoonde wereld verlaten oord. Tussen meeuwen, zwaluwen, een ree, vlinders. Met altijd wind, zacht, minder zacht en hard. Het helmgras permanent in een buigende houding. Zandkorrels in je oksels. Boven je hoofd kleine en grote wolken, grijs, wit, licht blauw. Wolken als kastelen, flatgebouwen en bergen, boven een marineblauwe of een grijze of een groene zee. Het ruisende geluid van de zee bij laag en bij hoog water, met kleine en met metershoge golven. Op het strand een warenhuis vol oesters, mossels, zwaardschedes, alikruikjes, zeesterren en horens. Zoiets gaat niet in je koude kleren zitten. Wat doet dat met een mens?
Betrokken
Ik sprak en zag een week lang twee betrokken natuurmensen die allebei op hun eigen manier genoten van het meest pure wat Terschelling te bieden heeft. Breng dat maar eens onder woorden. Ze vonden het ‘een aaneenschakeling van mooie momenten.’ Het zijn van nu prikkelt je geheugen over toen. Karin herinnert zich als kind van vier, vijf jaar nog goed dat ze met haar vader achter de dijk bij Kinnum ging vissen en krabben vangen. Gewoon met een stok en een touw waar je een pier aan knoopte. Emmers vol. ‘Ik nam ze mee naar het huis van mijn oom Jan bij wie we logeerden in Kinnum. De krabben deed ik in het ligbad, stromend koud water erbij en…. Dacht, natuurlijk zout erbij. Na een paar uur kwam mijn moeder gillend de badkamer uit.’ Oscar grijpt voor een vergelijkingen terug naar padvinders- en schoolkampen van weleer: ‘Overdag in de natuur, ’s avonds tevreden naar bed.’
Mooie vrouw
Wat Karin hier opvalt is dat je minder snel je bril opzet door de luchten en het licht. Het lijkt alsof je zuiverder kijkt. Het is hier doodstil. Je hoort veel bewuster de vogels en de wind. ’s Avonds is het op de Boschplaat erg lang licht. Oscar proeft Terschelling op zijn best hier. Hij wordt bijna lyrisch: ‘Dit is alles wat je je bij een mooie vrouw kunt voorstellen. Je beleeft de natuur als je eerst liefde.’
Gasten in de keet
Ik ben benieuwd met wie onze vogelwachters ook wel een weekje in deze keet zouden willen doorbrengen. Oscar hoeft niet lang na te denken: allereerst met zijn vader die een paar geleden is overleden of met minister Carola Schouten (‘een vrouw met heel veel kennis van zaken’) of met Huub van der Lubbe van De Dijk (‘een schrijver van hele mooie teksten die als een rode draad door mijn leven gaan.’)
Karin heeft een ook lijstje van denkbeeldige medehutbewoners: met stip wijlen Ramses Shaffy (‘Prachtige man, een week plezier met hem hebben. Laat me!). Van de levenden denkt Karin aan Anna Enquist, Sigrid Kaag, Nelie Kroes, Aboutaleb, en de voorzitter van de Tweede Kamer Arib.
Ik zie het al voor me, zo’n gezelschap aan een grote witte tafel op de Boschplaat met verhalen voor het leven onder het genot van oesters, garnalen, harders, kokkels, zeekraal, eilandwijn, eilander bier, Brandaanbrood en schapenmelkijsje met cranberries toe.
Karakters
Moet je eigenlijk bepaalde eigenschappen hebben om een week lang zo te bivakkeren in de natuur? Kan elk karakter hier gedijen? Het antwoord laat zich raden. Natuurmens en kunstenaar Jan Wolkers genoot mateloos van zijn verblijf op Rottumerplaat in 1971 en gaf zich helemaal bloot, de woordkunstenaar Godfried Bomans liep met zijn ziel onder zijn arm in een keurig pak over het eiland, de meeste tijd sloot hij zich op in zijn tentje. Eén natuurwereld, twee werelden van verschil. Wat dat betreft waren onze vogelwachters van de afgelopen week goed aan elkaar gewaagd.
Ik dank Karin Lodder en Oscar Kolb dat ik een weekje op afstand heel dichtbij hen mocht zijn in de barak, de keet, het praathuis en de vogelhut van Staatsbosbeheer op de Boschplaat.
Ik deed er 45 jaar over om mijn waddengevoel onder woorden te krijgen en te laten zien aan anderen. Tot ziens op het Wad, waarde lezers.
Ode aan de Wadden
De zeewind voelt als een zinderende tinteling
De horizon magnetiseert de onbereikbare droom
Het zand vraagt om een hand
De strekdam heimelijk verborgen
Ik volg de meeuw langs de vloedlijn
Mijn voetspoor verdwijnt onder druk van het tij
Alles verandert en blijft gelijk
Tekst: Henk Tameling
met interviewbijdragen van Karin Lodder en Oscar Kolb
Foto’s: Karin Lodder 5 juli 2020
Geluksmomenten deze week met de verslagen. heb er zo van genoten.