Kraamkamer in zee
In de bocht van de dijk
staan de scholekster en de kanoet
in file aan de grond genageld
Onverstoorbaar wachten zij
op wat voorbijkomt
De lepelaar neemt
onafgebroken een hap
uit het zilte water
Een zilvermeeuw raakt
zijn vondst
in een tweegevecht kwijt
De zwakste heeft het nakijken
Het krabbetje verdwijnt in
een andere snavel
Survival of the fittest
Basaltblokken liggen slordig
verspreid onder aan de dijk
Oude strekdammen
zijn geen schim meer
van hun verleden
Zwarte stompjes
hout zonder zin
Twee kilometer verder naar het noorden
raast de zuidwestenwind over de Noordzee
Metershoge golven blazen
voedsel op het strand
Hier rust het water wat uit en
glinstert de lage zee oogverblindend
als een spiegel in de spotlights
Wereldreizigers sparen hun krachten
voor verre reizen naar nieuw leven
Voorbijgangers die feilloos de weg terug
vinden naar hun kraamkamer
Ze komen steevast terug,
net als ik zoekend naar voedsel
voor mijn bestaan
Ik wacht op wat voorbijkomt
24 september 2020, bij Striep