Terschelling: De hemel op aarde
Ik gun me met een zekere regelmaat een paar dagen op Terschelling. Terwijl het grootste deel der natie onze economie draaiende houdt, trakteer ik me op fietsmomenten langs de Waddenzee. Gisteren had ik domweg geluk. Met donkere wolken stapte ik in Harlingen aan boord en op het eiland wachtte mij een godsgeschenk in de vorm van zonlicht dat de de Dellewalbaai stemmig met melancholische tinten kleurde. Hier wordt de werkelijkheid een kunstwerk met diverse varianten op de kleur blauw.
I’m sittin’ on the dock of the bay watching the tide roll away, ooh,
I’m sittin’on the dock of the bay Wastin’time
Is er ooit mooiere muziek over een baai gemaakt dan Dock of the bay van Otis Redding? Hij schreef het sittin’on een woonboot en nam het eind 1967 op. Twee dagen na de laatste opname van 8 december 1967 overleed Otis Redding bij een vliegtuigongeluk. Dock of the bay was zijn enige nummerr 1 hit in Amerika (1968). Hij heeft het zelf nooit gehoord.
Naarmate ik verder fiets van west naar oost- de wind is me gunstig gestemd- word ik weemoedig, stil en nog meer in mezelf gekeerd. Ik stap van mijn fiets, loop de dijk op en kijk in verwondering om me heen. Ik kom mezelf stevig tegen hier in mijn eentje op een godverlaten waddendijk. De stilte is oorverdovend, het uitzicht ronduit confronterend: Wat vind ik hier mooi aan? Waarom doet het me wat? Is het een gevoel in de natuur dat je boven jezelf uitstijgt? Is het loskomen van de dagelijkse waanzin met vluchtelingen, oorlogen nepnieuws?
Ik kijk, tuur, staar en zie de goudomrande wolken in een palet van paars, lila, violet, blauw. Een gevoel van nietigheid overvalt me met de snelheid van een meteoriet. Net als de voorbijtrekkende wolken, voel ik me oplossen in een onmetelijk heelal. Zorgeloos, er alleen maar ‘zijn’. In een nanoseconde ben ik los van de wereld. Ik zweef en kom in een flow net zoals toen ik jaren geleden fanatiek hardliep. Vrij snel volgt een euforisch gevoel: wie ben ik dat ik hiervan kan en mag genieten?
Ik stap weer op mijn fiets en vraag me af wat het is dat me nu zo emotioneert als ik in de natuur van het waddengebied ronddool. Schrijver en bioloog Jac.P. Thijsse beschrijft in een van zijn reisverslagen zijn gevoel over Terschelling als volgt; ‘Scheveningen, Zandvoort en zelfs op Texel weet je altijd dat achter de horizont, en niet eens zoo heel ver, weer Engeland ligt. Maar hier op Terschelling is geen overkant, je kijkt regelrecht de wereld uit, over de Noordpool heen.’
Jaren geleden sprak ik wijlen kunstschilder Jan Murk de Vries over zijn bron van inspiratie: “Aarde en ruimte, ik ben er nog steeds elke dag blij mee. Geen huisje, boompje, beestje, maar vrijheid. Zonder Boschplaat zou ik geen schilderij kunnen maken. De Boschplaat zit altijd in mijn hoofd als ik schilder. Het is dat gevoel van vrijheid wat mij inspireert. Je bent alleen gebonden aan de beperkingen van jezelf. Niet meer en niet minder.”
In de speurtocht naar wat het toch is wat ons raakt op de Wadden, ontmoette ik ook eens Ernst Zoomers, dominee in Hoorn en ik stelde hem de vraag naar het waddengevoel: “De verbondenheid met de dynamiek van eb en vloed en van de wisseling van de seizoenen is hier heel groot. Voor veel mensen heeft dit ook een religieuze dimensie. Je ziet hier meer. Je kijkt hier anders naar jezelf en de dingen. Je zou kunnen zeggen dat het spirituele besef hier geworteld is in de verbondenheid met de schepping. Wie van de boot komt, laat iets los en ervaart een ander leven. Een ander tempo.
Als rationalist moet ik overstag en gewoon toegeven dat het eigenlijk puur mystiek is als je het gevoel en de sensatie hebt om als mens even op te gaan in de kosmos op Terschelling.
De zeewind voelt als een zinderende tinteling
De horizon magnetiseert de onbereikbare droom
Het zand vraagt om een hand
De strekdam heimelijk verborgen
Ik volg de meeuw langs de vloedlijn
Mijn voetspoor verdwijnt onder druk van het tij
Alles verandert en blijft gelijk
Gewijzigde versie van een column uit 2016, opgenomen in de bundel Over 't Wad (Harlingen, 2016)