Wat is wad?
Kort door de bocht: wadden zijn zandplaten die bij eb droogvallen.
Als we het hebben over wad met een kleine w, bedoelen we in het algemeen een doorwaadbare plaats. Het getij- de afwisseling van eb en vloed- speelt een belangrijke rol bij zo’n doorwaadbare plaats. Dit soort doorwaadbare plaatsen die we aanduiden met ‘wad’ komen ook buiten Europa voor zoals in Afrika, Azië en Amerika.( zie Werelderfgoed)
Hebben we het over de Wadden of het Wad dan duiden we daar volgens Van Dale mee aan: buitendijkse gronden bij Groningen, Friesland en Noord Duitsland die alleen bij vloed onder water komen te staan. In deze omschrijving ontbreken volgens mij Deense wadden en het Deense Waddengebied. De Wadden zijn immers een internationaal gebied in Nederland, Duitsland en Denemarken.
Wikipedia breidt het begrip wad iets uit: Een wad is een modder- of zandplaat die in een ondiepe zee is ontstaan, met een hoogte die zich tussen het normale laagwater- en hoogwaterniveau bevindt.
Als er op de zandplaten modder achterblijft, spreken we van slikken.
Het woord wad is in het Latijn vadum. Dit woord is terug te vinden in de plaatsnaam Vadama (het huidige Wadenoijen). De Romeinse historicus Tacitus (56-117) heeft deze plaatsnaam in 107 opgetekend. De V werd in het klassiek Latijn hoogstwaarschijnlijk als een W uitgesproken.
Wadenoijen is een dorp in de gemeente Tiel in de provincie Gelderland aan de rivier de Linge. In oude schriften werd de naam geschreven als Wadake en Wadehem en andere vergelijkbare vormen, zoals Vadae, Vadense, Vadensis. De naam van het dorp is afgeleid van de oud-Nederlandse woorden wada en oye, die respectievelijk doorwaadbare plaats en weideland betekenen.
Eigenlijk moet je de Wadden voelen, ruiken en proeven. De beste manier hiervoor is wadlopen onder begeleiding van ervaren gidsen. De wadden zijn namelijk niet alleen mooie stiltegebieden maar ook verraderlijke dieptes bij snel opkomend water en mist.