Verdronken Waddendorpen. Deel 1 Op Vlieland
De dynamiek van het Waddengebied heeft twee kanten: we kunnen genieten van het spel van wind en zee, de veranderende patronen op het strand en de duinen en de meanderende geulen of slenken in de kwelders. Mens en dier ervaren ook al eeuwenlang de verwoestende kracht van overstromingen, springtij en verstuivingen. De zee geeft, de zee neemt. Elk Waddeneiland kent wel dorpen en nederzettingen die de kracht van de natuur niet hebben overleefd en van de aardbodem zijn verdwenen in hoge en kolkende golven richting bodem van de zee. Deel 1 van een serie over verdronken dorpen en nederzettingen op de Waddeneilanden, te beginnen met Vlieland.
Twee dorpen
Het eiland Vlieland kent in zijn huidige vorm slechts één dorp: Oost-Vlieland. Tot in de 18e eeuw was er nog een tweede dorp, namelijk West- Vlieland of Westeynde. De naam Westeynde wordt al in een belastingdocument van 1395 genoemd. In dit document wordt over een kerk gesproken en wordt de pastoor genoemd die de pastorie huurt, welke eigendom is van de kerk. Westeynde of West-Vlieland lag tot 1736 op het westelijke uiteinde van het eiland en was tot in de 17e en 18e eeuw het hoofddorp van het eiland. Het lag op een plek die nu in de Noordzee ligt, ten noorden van de Vliehors. De bronnen van inkomsten waren landbouw, veeteelt, visserij, koopvaardij en walvisvaart. Er was een haven aan het Eierlandse Gat. Omstreeks 1650 stonden er in het westelijke dorp 400 huizen.
Verval
In 1630 werd er een stuifdijk tussen Texel en Eierland aangelegd. Eierland was tot ongeveer 1200 een deel van Vlieland. Door zeestromen en stormen raakte Eierland gescheiden van Vlieland en werd het een zelfstandig eiland tussen Texel en Vlieland. De aanleg van de stuifdijk zorgde voor veranderingen in het geulenpatroon waardoor sterkere zeestromen ontstonden die- samen met stormvloeden- het dorp West- Vlieland langzamerhand deed verdwijnen. Er sloeg zoveel duin af, dat het dorp uiteindelijk op het strand terechtkwam. Uit oude geschriften blijkt dat de bewoners hun vee in de zeewerende duinen lieten grazen. Deze duinen begonnen daardoor te verstuiven. Het zand sloeg neer in het dorp en op het vruchtbare achterland en de duinen werden steeds zwakker. In 1714 verdween de kerk in de golven. Op een kaart uit 1722 is nog maar één van de drie straten van het dorp te zien. De herbouwde kerk stortte in 1727 in.
Een stormvloed in 1727 heeft het verval van het dorp versneld. Huizen en bewoners verdwenen naar Texel of naar Oost-Vlieland. In 1736 telde men er nog twee huizen. West-Vlieland is niet in de golven verdwenen, maar weloverwogen verlaten en in 1729 opgedoekt. Oost-Vlieland nam de schulden en resterende bezittingen over. Alle bruikbare dingen zijn meegenomen. Ook de bakstenen werden hergebruikt. Een deel van de oudere huizen in Oost-Vlieland en in Oudeschild op Texel is gebouwd met bakstenen van West-Vlieland.
Bomen en strekdammen
Door zandverstuivingen dreigde ook Oost-Vlieland onder het zand te verdwijnen. Om dit te voorkomen begon Rijkswaterstaat tussen 1854 en 1885 met de aanleg van vijftig strekdammen. In dezelfde eeuw begon Rijkswaterstaat ook met het aanplanten van helm tegen de verstuiving. De aanleg van de eerste bossen startte ruim honderd jaar geleden op advies van het in 1899 opgerichte Staatsbosbeheer. Zo werd Vlieland vanaf ruim honderd jaar geleden uiteindelijk het huidige eiland in de Noordzee en de Waddenzee met één dorpskern omgeven door bossen, duinen, stranden en polders.