De dynamiek van het Waddengebied heeft twee kanten: we kunnen genieten van het spel van wind en zee, de veranderende patronen op het strand en de duinen en de meanderende beekjes in de kwelders. Mens en dier ervaren ook al eeuwenlang de verwoestende kracht van overstromingen, springtij en verstuivingen. De zee geeft, de zee neemt. Elk Waddeneiland kent wel dorpen en nederzettingen die de kracht van de natuur niet hebben doorstaan en van de aardbodem zijn verdwenen in hoge en kolkende golven richting bodem van de zee. Het vijfde en laatste deel van een serie over verdronken Waddendorpen en nederzettingen op Texel.
Buitenbeentje
Van de TVTAS-familie is het Waddeneiland Texel (spreek uit Tessel) wel een buitenbeentje: het is duidelijk de grootste met 170 km2 en ruim 13.000 inwoners, het hoort bij Noord-Holland en niet bij Friesland. Daar waar de vier andere eilanden veel zand- en duingebieden hebben, bevat de bodem van Texel een dikke keileemlaag die vruchtbaarder is dan de zandgronden elders met oer Hollandse polderlandschappen en bloembollenvelden als gevolg. Wat het ook onderscheidend maakt, is de grote invloed van de VOC-tijd met zijn koopvaardijschepen op de Rede van Texel waardoor er veel havenactiviteiten plaatsen vonden. En die verdwenen toen de rol van de VOC was uitgespeeld.
Van Vlieland naar Texel
De noordelijke punt dat Eierland heet, was tot de 13e eeuw verbonden met Vlieland. Na verloop van tijd raakte Eierland vast aan Texel. In dit deel werd in 1836 het huidige dorp De Cockdorp gesticht, vernoemd naar de uit Antwerpen afkomstige Nicolas Joseph De Cock die met anderen de kwelder tussen Eierland en Texel inpolderde voor agrarisch gebruik.
Verdwenen
Het eiland kent nu zeven dorpen: Den Burg, Den Hoorn, Oudeschild, De Koog, Oosterend, De Waal en De Cocksdorp. De verwoestende kracht van wind en zee en van Friezen en zeerovers deed in de loop der tijd dorpjes en nederzettingen als Het Clijf, Den Westen, Den Horn, Het Horntje en Nieuweschild verdwijnen van de landkaart van Texel.
De Westen: een plek met veel namen
Ten noorden van Den Hoorn ligt De Westen, een buurtschap op Texel dat bijna duizend jaar geleden een bloeiend vissersdorp was. Van oorsprong heette de plek Wambays dat van de Friese persoonsnaam Wambo komt. De naam is verbasterd naar Wambinghe. Na 1300 werd de naam Wambense. Wambense werd ook wel Westeynde genoemd en later werd dat ook weer verbasterd naar De Westen.
Het was in de 15e eeuw het tweede dorp van het eiland en het werd gezien als het belangrijkste kerkdorp van het eiland. Nadat het dorp en de kerk bij plunderingen in 1571 werden platgebrand, liep Den Westen verder leeg en werden de meeste huizen gesloopt. In de 17e eeuw vertrokken de vissers naar Den Hoorn en De Koog en het dorp De Westen werd een buurtschap. Alleen de kerktoren bleef grotendeels intact en werd aan het einde van de 16e eeuw gerestaureerd als belangrijk baken voor de zeescheepvaart. Nadat de toren uit gebruik was genomen, werd deze in 1859 gesloopt. Het enige overblijfsel van Den Westen is het Torenhuis van 1578. Dit gebouw, dat oorspronkelijk de kosterswoning was, is nu een boerderij. De naam Wambinghe leeft nog voort in de naam van Restaurant Wambinghe in Hotel Greenside aan de rand van De Koog, in de naam van een vrijstaand vakantiehuis is bij een boerderij aan de westkant van het eiland en in de wandelroute Wambinghe van ca 7 km.
Het Clijf, Den Horn en Den Hoorn
De nederzetting Het Clijf (het klif) was een vissersdorp dat oorspronkelijk aan de oevers van het Marsdiep aan zee lag, maar door verlanding raakte het steeds verder van de zee af. Hierdoor waren de inwoners genoodzaakt zich noordelijker te vestigen en dat werd Den Ouden Hoorn, later Den Horn genoemd. De zee zorgde voor havenactiviteiten van loodsen, overslagbedrijfjes, walvisvaart en een veerdienst. De ontwikkeling van dit dorp werd wreed verstoord door Friezen en zeerovers uit de Oostzee die de plaats in 1398 platbranden. De overlevenden stichtten verderop een nieuw dorp dat de naam Den Hoorn kreeg. Het belang van de zeevaart blijkt o.a. uit het feit dat in 1781 in Oudeschild 122, in Nieuwe Schild 45 en in Den Hoorn 99 loodsen woonden. Toen deze functies geleidelijk in de 19e eeuw verdwenen, ontwikkelde zich de bloembollenteelt succesvol rond dit dorp met het witte kerkje.
Het Horntje verdween eeuwen geleden volledig in zee. Het huidige buurtschap ‘t Horntje ten zuiden van Den Hoorn heeft geen enkele relatie met het verdronken dorp met dezelfde naam. Op deze plek zijn twee gerenommeerde onderzoeksinstituten gevestigd: het NIOZ, het Koninklijke Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee en een dependance van het Wageningse onderzoeksinstituut Alterra.
Oudeschild en Nieuweschild
Ook het dorpje Nieuweschild heeft de stormen van de afgelopen honderden jaren niet doorstaan. Wat er nog van over is, is een kleine buurtschap ten noorden van Oudeschild. De eigenlijke naam van het dorp in het Nederlands was Nieuwe Schil. Schil betekent een geul of kreek in ondiep water. Het Schil was een schelpenbank ten oosten van Texel. Het dorpje leefde vooral van de zeevaart, herstel van schepen en oester- en wiervisserij. De VOC verdween en daarmee de lokale handel. Hiermee was het pleit beslecht van Nieuweschild terwijl Oudeschild vanaf zijn ontstaan omstreeks 1630 door bleef groeien met zijn haven, de visserij, de vaste veerdienst en het toerisme. Ter hoogte van het verdwenen haventje van Nieuweschild staat de IJzeren Kaap als baken voor de scheepvaart en als herinnering aan een van de verdronken dorpen van Texel.
Bronnen:
- Bert Stulp, Verdronken dorpen in Nederland, deel 4
- VVV Texel
- Wikipedia