Wie zijn de iconen van het Wad: de oprichter van de Waddenvereniging, Jan Wolkers, Jan van Vlieland, Hessel van Terschelling, Sytze Schut van Schiermonnikoog of Lenie’t Hart? Wie bepaalt eigenlijk of iemand een icoon is? Aflevering 8 van een vervolgserie over de iconen van het Wad met hierin aandacht voor waddenkunstenaars.
De wadden inspireren gewone en ongewone mensen. Gewoon zijn de badgasten. Ongewoon zijn de kunstenaars. Kunstenaars schrijven, dichten, schilderen, tekenen en fotograferen wat wij als gewone mensen niet zien. De eilanden en het hele natuurgebied van de Waddenzee zijn eeuwenlang belangrijke inspiratiebronnen voor kunstenaars geweest. Schrijvers en schilders, musici, fotografen en filmers getuigen in literatuur, beeldende kunst en muziek van hun liefde voor het unieke gebied van de Wadden. Een kleine greep: Jan Jacob Slauerhoff, Vonne van der Meer, Jac. P. Thijsse, Jan Wolkers, Betsy Akersloot, schilders van De Ploeg als Johan Dijkstra, Jan van der Zee of Jan Murk de Vries.
Geloof in de eeuwige ruimte
“Twintig kilometer hier vandaan begint de Boschplaat,”vertelde Jan Murk me jaren geleden vol overgave in de voorkamer van wat eens in de 19 e eeuw de dorpsschool was van Firdgum. Jan Murk, geboren in 1919, overleden op 9 mei 2015, kwam zijn hele leven lang op Terschelling. Hij was in mei 1945 na de bevrijding van Friesland waarschijnlijk een van de eerste badgasten die op Terschelling kwam. Het boek over Sil de strandjutter had zo’n grote indruk op hem gemaakt dat hij naar Terschelling wou. Voorzien van een tentje liet hij zich door een man met paard en wagen naar Hoorn brengen. Zonder toestemming van welke autoriteit dan ook wou hij zijn tentje in de bossen van Hoorn opzetten. Het liep wat anders en hij kreeg onderdak bij een gastvrije aan de Badweg. Hier werkte hij op een bovenkamertje aan minstens twee tekeningen per dag die gretig hun aftrek vonden bij de badgasten die een herinnering zochten. Elke tekening bracht het astronomische bedrag van 25 gulden op. Jan Murk kon er een paar maanden goed van leven.
Aan zijn verblijf hield hij een eigen geloof over, zijn geloof in de eeuwige ruimte, een spirituele houding waarbij je in harmonie bent met jezelf. Een mystieke houding maakte hij zich eigen, als mens opgaan in de kosmos. Het is een eeuwigdurend ritme, dat verandert en dat hetzelfde blijft. Het wad met zijn getijden als paradoxale metafoor voor Het Leven. De Vries: “De Boschplaat zit altijd in mijn hoofd als ik schilder. Het is dat gevoel van vrijheid wat mij inspireert. Je bent alleen gebonden aan de beperkingen van jezelf. Niet meer en niet minder.”[1]
Tot op hoge leeftijd werkte De Vries aan steeds terugkerende thema’s als de weidsheid van het Wad en de krachten in de kosmos.
Betekenis geven aan wat je niet doet
Van Friesland naar het hoge land van Groningen, naar de waddenschilder uit Warffum. Een halve eeuw schildert Geurt Busser uit Warffum honderden aquarellen per jaar. Zijn inspiratie haalt hij uit het Groninger landschap en de wadden. Er gaat bijna geen dag voorbij of Busser zoekt met zijn boot Hendrik op de Waddenzee naar licht, wolken, water en de gevolgen van het weer. “De zon komt op de zon gaat onder, het meest gewone wonder. Dat schilder ik. De laatste dertig jaar met mijn atelier schip op de Waddenzee. Door de week aan boord. In de winter met jenever door het schilderwater als antivries. Natuurlijk met waterverf.”
Horizonvervuiling
Busser is een schilder die zich bekommert om het gebied dat hem aan het hart ligt. Hij is een natuurbeschermer die als Robin Hood in zijn eentje aan de bel trekt en dwarsligt als hij vindt dat het landschap aangetast en de horizon vervuild wordt. Bodemdaling en megagrote windmolens doen hem in de pen klimmen voor een geding bij de rechtbank. De NAM en het Waddenfonds ziet hij als de exponenten van organisaties die de natuur aantasten. In de Noordpolderzijl zou een multifunctioneel centrum moeten verrijzen om “het kwaliteitstoerisme te versterken.” Busser trok samen met landschapsorganisaties ten strijde tegen dit vernieuwingsplan. Een jarenlange juridische strijd volgde. De modernisering is daar voorlopig stopgezet.
Van Noordpolderzijl vaar je zo naar China
Volgens Busser is het Waddenfonds de grootste bedreiging voor de Waddenzee: ”Het enige waar ze bij het Waddenfonds aan denken is vermarkting. Het verdienmodel van de Waddenzee, daar hebben ze het over. (…) Mensen zeggen wel eens dat ik gewoon langs zo’n windmolen heen moet kijken als ik zo nodig de plek wil schilderen waar dat ding staat. Maar zo werkt het niet. Een landschap heeft zijn eigen taal. Als het landschap verstoord wordt, praat het niet meer. Een windturbine beweegt, trekt de aandacht, beïnvloedt de lichtval en het kleurverloop. Je kunt niet net doen alsof dat niet het geval is. Zo’n windturbine betekent voor iemand als ik een enorme aantasting van de wereld. En hoeveel van die dingen staan er wel niet? Ja, het is nu echt zoeken naar mooie plekjes. Maar ik geef niet op.”[2]
Uitkijkend vanaf zijn varend atelier filosofeert de waddenschilder uit Warffum: “Op zee ben je vrij. Sommige mensen zeggen: het Wad, dat is het einde van de wereld. Ik zeg: van Noordpolderzijl vaar je zo naar China.”[3]
[1] De Boschplaat als inspiratiebron. In: Henk Tameling, Geluksvogel. Het eilandgevoel van Terschelling (2015)
[2] Interview met Dirk van Ginkel, De Moanne, 16 oktober 2019
[3] Thijs Broer, Langs de kust (2015)