Net als elke burger die zich een beetje aan de coronavoorschriften van de onderkoning van Nederland houdt, zit ik thuis met een beperkte actieradius. Op het vaste land dus. In gedachten ben ik al tien keer de Waddenzee overgegaan. Een groot gevoel van heimwee overvalt me dagelijks. Ik kwel mezelf met nostalgische kiekjes op Facebook.
Ik word er wanhopig van: ik kan mijn wandelschoenen wel opeten en mijn Nespresso aan diggelen gooien. Broodnuchter stellen we vast dat het allemaal geen enkele zin heeft. Ik moet immers in balans komen met mijn warme dromen en mijn koude realiteit. Het hier en nu accepteren, je verzetten tegen de realiteit is net zo zinloos als het tellen van de zandkorrels op de Boschplaat of de Vliehors.
Mijn vader zei vroeger altijd: even op je tanden bijten. Ik verman me en doe mijn stinkende best te aanvaarden dat ik voorlopig niet naar mijn wadden wereldergfoed kan. Mijn optimistische geest en mijn realistische verstand wisselen elkaar af als eb en vloed. Op de golven van de Noordzee word ik heen en weer geslingerd tussen hoop en wanhoop
Om de harde werkelijkheid te accepteren en om mezelf te verwennen omring ik me in deze sombere kluizenaarsdagen met een dijk vol waddenproducten. Ik verwen me ’s ochtends in bad met schapenmelkbadschuim en boen het duffe lichaam met duindoornzeep. Mijn ontbijt vangt aan met een vers kopje waddenkruidenthee en mijn plakjes broodjes leuk ik op met brandnetelkaas en cranberryjam. Tussen de middag trakteer ik mijn kakelvers gebakken eitje op waddenzout.
Na een dag hard thuiswerken gun ik mezelf een happy hour op een mooi glas Cranberryrosé en ik lardeer dit kostelijke vocht met een toastje pesto voorzien van cranberrykruiden. Ik lees al drinkend en smikkelend voor het waddendiner uit Het raadsel van de Wadden van Erskine Childers.
Voor mijn avondeten haal ik waddenvoedsel in huis om de waddensfeer in quarantaine bij mezelf optimaal op te roepen. Ik varieer met voorgerechten als geitenkaas en schapenkaas, Japanse oesters, waddengarnaal in een scheermes en ecologisch verantwoord gevangen mosselen. Als hoofdgerecht komen in aanmerking: harder, kokkels, zeebaars of Texels lam. Ze worden wisselend voorzien van waddengroentes als cranberry’s, zeekraal, zilte zeekool en vlier.
De volgende nagerechten schreeuwen om mijn aandacht: cranberry’s, duindoornkwark, duindoornyoghurt, duindoornroomijs en schapenmelkijs. Ik gun mezelf tenslotte nog een genotmiddel: een glaasje Skylger bitter.
Voordat ik ga slapen onder een dekbed van Texelse wol, lees ik nog even uit de spannende thriller: Het primus Inter Pares Project van Kasper van Zuilekom.
Morgenvroeg sta ik fris en fruitig weer op en douche ik me met duindoornshampoo. Het is enkel en alleen waddengoud wat er blinkt. Nog even volhouden en we mogen weer inschepen voor ons paradijsje. Nog even op mijn tanden bijten.
Waddengoud tips voor het thuis restaurant
Kibbeling van harder | ||
Ingrediënten ( snack voor 4 personen): 600 gram harderfilet (ongeveer 1,2 kg dichte harder) 200 gram bloem Zout, peper, dille Frituurolie | ||
Ontschub de harder, snij de buik aan de onderzijde vanaf de anus tot aan de kop open en haal de ingewanden eruit. Krab het zwarte buikvlies los en spoel de buikwand schoon. Snijd met een scherp mes aan beide zijden het vlees los van de graat. Snijd de harderfilets in blokjes. Meng de bloem naar smaak met zout, peper en dille. Doe dit mengsel in een plastic zak, bijvoorbeeld een pedaalemmerzak. Maak de frituurolie heet. Doe een portie harderblokjes in de zak met bloem en schud totdat de blokjes rondom met bloem bedekt zijn. Haal de blokjes uit de bloem en doe ze in de hete olie. Laat bakken tot de blokjes lichtbruin zijn. wWarm serveren met vis saus, dille saus of knoflooksaus.Bron: Internos | ||
Taartje van gerookte poon, aoïlie, rode bietjes en een kroketje van waddengarnalen op een dressing van mosterd en brood | ||
Ingrediënten: | ||
1 rode biet | ||
1 gerookte poon | ||
garnalenkroketjes | ||
20 gram boter | ||
1 sjalotje | ||
25 gram speltmeel | ||
2 dl visfond | ||
beetje room | ||
takje dille | ||
50 gram garnaaltjes | ||
30 gram eiwit gepast. | ||
paneermeel | ||
Dressing: | ||
1 eetlepel Waddenmosterd | ||
1 sjalotje | ||
1 eetlepel azijn | ||
beetje olijfolie | ||
snufje zout/peper | ||
Aoïlie: | ||
1 teen knoflook | ||
mespunt saffraan | ||
beetje balsámico azijn | ||
0,5 dl olijfolie | ||
30 gram eidooier | ||
Broodjes: | ||
50 gram speltmeel | ||
50 gram zeven granenmeel | ||
beetje zout, peper en suiker | ||
10 gram gist | ||
klontje boter | ||
Voeg alle ingrediënten toe voor het maken van de bolletjes. Goed kneden, tot de bolletjes draaien. Daarna laten rijzen (uurtje laten liggen met een doek er over, op een warme plek). Daarna afbakken in de oven. | ||
Kook de rode biet in ongeveer een uur gaar. Maak intussen van boter, sjalot, speltmeel, visfond en room een salpicon. Laat dit koud worden en voeg hier dille en waddengarnaaltjes aan toe. Pluk de gerookte poon schoon van alle graatjes. | ||
Maak de aoïlie van gehakte knoflook, saffraan, balsamico azijn, eidooier en olijfolie. Meng de brunoise gesneden gare biet door de aoïlie. | ||
Maak van de salpicon met waddengarnaaltjes kleine langwerpige kroketjes. Haal deze door de bloem, eiwit en paneermeel. | ||
Maak een dressing van Waddenmosterd, azijn, olie, sjalot, zout en peper. | ||
Het opmaken: | ||
Pak een bord, leg hierop een beetje sla, bij voorkeur veldsla. Zet hierop een ring met een doorsnee van 8 cm en ongeveer 4 cm hoog. Deze ring vul je voor de helft met het mengsel van bietjes. Het andere gedeelte vul je met stukjes rode poon. Frituur de kroketjes, verwijder de ring. Leg het kroketje boven op het ‘taartje’ en drapeer de dressing hier omheen. | ||
Bron: Hotel Restaurant Auberge Visvliet | ||