Onder dat dekentje van het Deense wad ergens in de Randstad mijmer ik over onze eigen Wadden, over de wandelingen langs het strand, door de duinen en bossen. Ik denk aan de scholeksters en zilvermeeuwen langs de vloedlijn en de grutto’s en eidereenden in de polders. Heerlijke natuur, cultuur en niet te vergeten frituur. Frites van zilte aardappelen, kibbeling in de haven, een gebakken zeebaars, een salade met lamsoor en ijskruid, een stukje geitenkaas en schapenijs met cranberries toe. Smikkelen en smullen en nog gezond biologisch en duurzaam op de koop toe.
Uiltjes knap ik graag op onze hoekbank in de woonkamer onder een schapenwollen deken van Mandø, het kleinste, bewoonde Waddeneiland van Denemarken. Die deken maakt mijn hazenslaapje elke keer bijzonder aangenaam omdat ik dan even denk aan dat eiland in het Deense deel van de Waddenzee. In gedachten loop ik over het postzegelformaat met 29 inwoners op 8 km2, 1100 schapen, vijftig koeien en twee boerderijen. Ik ruik de zilte lucht en voel de frisse wind uit het westen aangenaam over mijn tronie die op standje ‘gelukkig’ staat.
Het Waddengebied is grote producent van heerlijk voedsel. ‘Goudeerlijk genieten’ las ik op de website van Waddengoud, het keurmerk voor duurzame waddenproducten- en diensten. Het water loopt je uit de mond als je de alfabetische lijst van Waddengoud met groente, vlees, vis en zuivel van de eilanden bekijkt. Op een of andere manier begin ik me altijd heel gezond te voelen als ik wat producten van het zilte land tot me neem. De vitamines en mineralen vliegen je met windkracht acht de mond in: zeekraal, zeekool, lamsvlees, kokkels, oesters, geitenkaas, cranberries. Een mix van heel correct leven: gezond, bewust, biologisch, duurzaam, steun aan de lokale economie, misschien zelf circulair. Hoe verantwoord wil je het hebben?
Onder mijn schapenwollen deken droomde ik van de natte en koudste zomer sinds eeuwen toen mijn lief en ik in een tent op camping De Kooi met een liter Terschellings Juttertje heel onverantwoord dronken werden. Ik mijmerde over de iets te veel glazen witte wijn na de iets te dure oesters in de Dorpsstraat van Vlieland en de Amelander biertjes die er stevig inhakten na een lange wadlooptocht vanaf Holwerd.
Een beetje incorrect en onverantwoord, ietwat ongezond, dat mag vast wel van het keurmerk ‘Het Leven Vieren’. Ik lig er niet wakker van.
zie ook: Wat is Waddengoud? en Wat is Mandø?