Op de vloedlijn

Op de vloedlijn

De zilte golven voeren laag bij de grond

miljarden nieuwe bodembewoners aan:

strandgapers, zeesterren, mosselen en oesters.

De wind haalt de noordhoren, de tepelhoorn en de boormossel

na eeuwen weer boven de grond.

De bruinvis blijft op afstand,

de bloemkookkwal nestelt zich op het droge,

de drieteenstrandloper trippelt onrustig

ongeduldig heen en weer.

Miljarden zandkorrels vullen de leegtes

die mensen en machines achterlaten.

Ik doorkruis het strand,

het wad trekt me van noord naar zuid.

Het stinkend slik ruikt naar meer,

achter de duinen ruik ik lamsoor,

zie ik de zeeaster.

Ik voel de takjes van de zeealsem,

waar zijn de takjes van de zeemos?

De wind wervelt me naar het westen,

iemand wacht op me.

Ik breng drie wulken en vijf nonnetjes mee.

Reacties
Alle reacties
Reacties